--> -->

JNW

HET GROOTSTE JIDDISCHE WOORDENBOEK

Het Jiddisch nu

Het Jiddisch is nu (2023) een gesproken taal onder ongeveer anderhalf tot twee miljoen mensen, waarvan de meesten leven op taaleilanden in steden als New York, Antwerpen, Londen en Jeruzalem. Na de zware krimp in de twintigste eeuw groeit dit “Mamelosjn” (moedertaal) weer sinds het nieuwe millennium. Het is een meer dan duizend jaar oude taal waarin een grote litteratuur is geschreven, vooral tussen 1870 en 1970. Bovendien is het een taal waarin veel historische bronnen zijn vastgelegd. Helaas is de toestand van de Jiddische lexicografie lange tijd bedroevend slecht geweest. In 1968 werd in New York met veel enthousiasme een modern woordenboek van Uriel Weinreich onthaald dat in zijn Jiddisch-Engelse gedeelte ruim 18.000 trefwoorden telde. Ter vergelijking: de meeste Prisma-woordenboeken hebben meer dan 30.000 trefwoorden. Pas in het nieuwe millennium lijkt er geleidelijk verbetering te komen met als aanzet een goed Jiddisch-Frans woordenboek door Yitskhok Niborski van 37.000 trefwoorden (dat in ruim tien jaar in het Engels is vertaald). Waarom is goede lexicografie belangrijk? De taalbeheersing van de sprekers gaat hard achteruit door eenzijdige contacten met taalgenoten en de grote invloed van omgevingstalen, vooral Engels. Het eigen taalkundige erfgoed is verwaarloosd en deels vergeten. Ook de Jiddische taalkennis van buitenstaanders laat sterk te wensen over. Resultaat: te weinig en gebrekkige vertalingen; te weinig gebruik van joodse bronnen voor historisch onderzoek van/in bijvoorbeeld Oost-Europa.

Het JNW nu

Het Jiddisch-Nederlandse woordenboek (JNW) ontsluit een reusachtige erfenis: het erfgoed van de taal die zorgde dat de joodse traditie drieduizend jaar ongebroken bleef, de taal zonder welke het onmogelijk was geweest het Hebreeuws als moedertaal zo snel nieuw leven in te blazen. Het JNW is een beschrijvend (descriptief) uitgebreid woordenboek. Beschrijvend wil zeggen: de woordvormen zijn in een (vrijwel altijd) schriftelijke bron gevonden. In principe gaat ieder woord vergezeld van een of meer vindplaatsen. In totaal worden zo’n 200.000 vindplaatsen gegeven (een kleine 100.000 uit woordenboeken, ruim over de 100.000 uit teksten, een paar duizend mondelinge). Beschrijvend wil ook zeggen: niet uitgesproken normatief. Het woordenboek geeft de gevonden taal weer in al zijn gevarieerdheid van spellingvarianten en taalvormen. Uitgebreid wil niet alleen zeggen dat hier meer semitismen, meer slavismen, meer daitsjmerismen (moderne germanismen) en meer internationalismen te vinden zijn dan in andere Jiddische woordenboeken. Het boek bevat niet alleen meer religieuze begrippen maar ook meer eigennamen, geografische aanduidingen, historische en politieke termen en natuurwetenschappelijke begrippen dan enig ander Jiddisch woordenboek. Niet alleen het aantal trefwoorden is relatief groot (en groeit nog elke dag), ook de artikelen zelf zijn ruimer van opzet dan elders. In tegenstelling tot de woordenboeken in telegramstijl (Harkavy, Tsanin, Harduff, Reicher, Loetsch e.a.) worden hier voor elk woord zoveel mogelijk verschillende betekenissen gegeven, tal van Nederlandse meer en minder gebruikelijke vertaalwoorden, in zeer veel gevallen, verwijzingen naar verwante of verklarende Jiddische begrippen en vaak ook voorbeelden van het gebruik en idioom in voorbeeldzinnen. Daardoor is dit het op een na grootste woordenboek in de Jiddische taalgeschiedenis (alleen de ruim vier kilo wegende ‘English-Yiddish encyclopedic dictionary’ uit 1924 is iets groter). Uitgebreid wil zeggen dat er geen onbelangrijke woorden bestaan, en dat dit geen beknopte uitgave is van een grotere verzameling. Ten overvloede: dit boek is geen vertaling van enig ander Jiddisch woordenboek. Wel zijn meer dan zeventig Jiddische en tientallen andere woordenboeken gebruikt, naast acht encyclopedieën (waarvan zes Jiddische), drie atlassen en tal van andere naslawerken. Als primaire bronnen, 646 titels in de verantwoording, diende naast die woordenboeken het werk van meer dan 400 schrijvers (en zo’n honderdtwintig mondelinge bronnen), waarbij een zo groot mogelijke variatie is nagestreefd in geografische en politieke herkomst, litteraire en niet-litteraire, religieuze en politieke geschriften. Het doel van dit woordenboek in Vlaanderen en Nederland is: vertalers en lezers van litteratuur, documenten en andere historische bronnen, maar vooral ook moedertaalsprekers te steunen en te tonen dat de Jiddische taal oneindig veel rijker is dan men gewoonlijk denkt. Het wil helpen de taalverarming in de gemeenschap van de sprekers ervan te bestrijden en het matige niveau van de beoefening van de Jiddische taal in de lage landen op te krikken. Internationaal is het doel: de Jiddische lexicografie een stap vooruit te helpen met een nieuwe ruime materiaalverzameling.

Het JNW in de tijd

Aan de samenstelling van het JNW is vanaf 1987 tot 2023 gewerkt door één persoon. De eerste twee jaar in handschrift, vervolgens met de Hebreeuwse tekstverwerker Einsteinwriter. Daarbij werd een eigen stel Jiddische letters ontworpen voor scherm en afdruk. Met de komst van uniforme letterreeksen (Unicode) voor Latijnse en andere letters/tekens (van Cyrillisch tot Chinees) ontstond de noodzaak over te gaan naar een ander programma. enkele jaren geleden werd echter besloten dat bij een dergelijke omzetting de bestaande tekstbestanden beter in één keer in een digitale verzameling gegevens (database) omgezet konden worden. Het werd de bedoeling de uiteindelijke boekuitgave te doen voorafgaan en vergezellen door een openbaar toegankelijke internetversie. Die openbare versie moet ertoe bijdragen fouten en onvolkomenheden op te sporen. Het JNW is immers nog altijd aan het groeien en verbeteren. Per maand komen er nog steeds honderden nieuwe trefwoorden bij. Een veelvoud daarvan wordt in diezelfde tijd verbeterd en uitgebreid. Aan de technische kant wordt gewerkt aan een vlot leesbare en correcte weergave op het scherm van de teksten waarin Latijns schrift van links naar rechts en Joods schrift van rechts naar links loopt en aan het tonen van alle gegevens uit het woordenboek (trefwoord met geslacht, meervoud/voltooid deelwoord, uitspraak en klemtoon, vertalingen, verwijzingen en vindplaatsen + de bijbehorende bronnenlijsten en legenda).

Het JNW in getallen

Het JNW bevat nu (voorjaar 2023) bijna 94.000 trefwoorden op 4.260 pagina’s in Einsteinwriter. Elk woord is opgenomen op grond van een of meer vindplaatsen (woordenboek, tekst, in enkele gevallen mondeling). In totaal zijn zo’n 200.000 vindplaatsen aangegeven. In de verantwoording is een lijst met zo’n 650 titels opgenomen (waarbij series en periodiektitels als 1 gelden) van ruim 400 auteurs.

Karakter van het JNW

Een woordenboek is toch gewoon een woordenboek? Nee, woordenboeken zijn heel verschillend. Richting, kwaliteit en doel verschillen vaak enorm. Ook Jiddische woordenboeken zijn in de afgelopen vijfhonderd jaar gemaakt met heel verschillende bedoelingen en, dat spreekt vanzelf, van een nogal verschillend niveau. Zo waren er woordenboeken om moeilijke Losjn-koidesj (bijbels en rabbinaal Hebreeuws/Aramees) begrippen in het Jiddisch te verklaren, om evangelisten gemakkelijker joden te laten bekeren, om boeventaal beter te begrijpen. De meeste Jiddische woordenboeken zijn misschien wel gemaakt om Jiddisch-sprekers een andere taal aan te leren: Duits, Pools, modern Hebreeuws en vooral Engels. In die woordenboeken wordt het Jiddisch dikwijls vrij slordig en achteloos behandeld. Sinds de opwaardering van het Jiddisch van ‘jargon’ tot cultuurtaal eind negentiende, begin twintigste eeuw zien we interessante ontwikkelingen in de serieuze Jiddische lexicografie, beginnend bij J.M. Lifsjits’ Russisch-Jiddische (1869) en Jiddisch-Russische (1876) woordenboeken, met als laatste hoogtepunten Niborski & Vaisbrot’s Jiddisch-Frans woordenboek (2002, 2011) met zijn Engelse vertaling (Beinfeld & Bochner, 2013) en navolgers: Jiddisch-Wit-Russisch (Astrawoech 2008) en Jiddisch-Russisch (o.a. Soldatov 2011). Daarnaast vallen op de eentalige woordenboeken (Niborski-Neuberg 1997-2012, Mark & Joffe 1961-1980), A. Roth (2009, 2019) en woordenboeken in de andere richting (drie hoogtepunten: Abelson e.a. 1915, 1924; Sjapiro-Spivak-Sjoelman 1984; Schaechter-Glasser 2016, 2021). In ruim een eeuw is de daarin verzamelde woordenschat gegroeid en de opzet sterk verbeterd, maar in vergelijking met de ons omringende moderne talen is het Jiddisch lexicografisch nog steeds grotendeels terra incognita. Zo stelde professor Awrohom Nowersztern tijdens een college op 5 maart 1995: “Onze woordenboeken bevatten zo´n 15% van de Jiddische woordenschat”. Kortom, er valt nog veel werk te verzetten.

Spelling

Het JNW is een beschrijvend, niet een voorschrijvend woordenboek, met een encyclopedisch karakter. Getrouwheid aan de bron is belangrijker dan de mening van een taalkundige achter zijn/haar schrijftafel. De Jiddische spelling is die van de bronnen enerzijds en de moderne schrijfwijze die in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw is ontwikkeld door Ber Borochow, Zalmen Raizn, het Tsisj”o-schoolsysteem en het Jidisjer Wisnsjaftlecher Institoet (YIVO) anderzijds. De spelling van de bron wordt alleen stilzwijgend aangepast als het een systematische afwijking betreft (zoals de “fonetische” Sovjet-spelling; oudere “Duitse” spelling met “Dehnungs”-ה of  (ע. Anders wordt zo mogelijk verwezen naar de huidige correcte vorm.

De Nederlandse spelling is ongewijzigd sinds de start van het JNW (zie b.v. Van Dale 11e druk). Verder zijn leidend o.a. (voor Joodse woorden) Koosjer Nederlands (A’dam 2006) en de 6e druk van de Winkler Prins encyclopedie. Aardrijkskundige namen worden Nederlands gespeld (Parijs, Warschau, Wijsel, Istanboel, Soedan), niet volgens vreemde normen.

Medewerkers aan het JNW

Werkgroep: 
Justus van de Kamp, Amsterdam
Eugène van de Kamp, Delft
Mirjam Gutschow, Amsterdam
Eli Kaufman, Amsterdam
David Omar Cohen, Amsterdam


Adviezen: Bart Voorzanger, Amsterdam

Stichting Jiddische Lexicografie Amsterdam

Bestuur: 
Nicoline van der Sijs, Utrecht
Marc van Oostendorp, Bilthoven
Tom Verwaijen, Engelen ('s-Hertogenbosch)
Jenny Audring, Den Haag
Albert Ringer, Rotterdam

Steun op afstand

Yitskhok Niborski, Parijs
Raphael Finkel, Lexington (KY)
Leyzer Burko (New York)

Financiële steun digitalisering 1e fase

(onder meer:)  
Stichting Collectieve Maror-gelden Nederland  logo Stichting Collectieve Maror-gelden Nederland
Stichting Makaria  
Stichting Maatschappij tot Nut der Israëlieten in Nederland  

Laatste aanvulling JNW 19-09-2023